Museum geeft Koetshuis naam terug

Het Rijssens Museum heeft het Eerste Bouwhuis op het kasteelterrein de historische naam weer teruggegeven. Kunstschilder Dinant ten Hove bracht de naam ‘Het Koetshuis’ in stijlvolle letters aan in de ronde ingangspartij.

Rijssen-Holtens Nieuwsblad wo 25 nov 2020

RIJSSEN – Bij adellijke riddergoederen kom je links en rechts op het voorterrein bouwhuizen tegen. Zo genoemd omdat er landbouwgereedschap werd opgeslagen of boter en kaas werd bereid; ‘gebouwd’ zoals dat ook heette.

Het Koetshuis stamt uit 1652 en werd in 1737 gerestaureerd. De koets stond er, rechts woonde de koetsier en llinks waren de paardenstallen.

Ballo
Na de Tweede Wereldoorlog woonde onder andere het echtpaar Ten Berge-Knol (de Ballo) in het Koetshuis. Het Koetshuis was ook slaap- en eetgelegenheid voor de kraamverzorgsters in opleiding die op de Oosterhof intern verbleven. In het nieuwste bouwhuis links is het brandweermuseum ondergebracht. In het Koetshuis was architectenbureau IDX gevestigd. Na vertrek van IDX naar Enter heeft de gemeente de begane grond gehuurd en het Rijssens Museum de kans gegeven van de ruimte nuttig gebruik te maken.

Bijzonder blij
De Rijssense Musea zijn bijzonder blij met de mogelijkheden die de gemeente nu geeft. “We kampen al jaren met echt nijpend ruimtegebrek,” zegt Gerrit Dannenberg. “Kostbare museale ruimte gebruiken we als onmisbare werkplekken. Met toenemende activiteiten werd het steeds meer dringen. In het brandweermuseum zaten we met vijf mensen in één ruimte. Dat werkt niet,” aldus Dannenberg.

Kasteelklimaat
In de havezate is de installatie voor het binnenklimaat bijna gereed. “We hopen dat de machinerie half december kan draaien. In bijna alle kasteelruimtes hebben we dan een echt museumklimaat én dan zou het heel jammer zijn om die ruimtes niet als museale ruimte te gebruiken. Met de komst van het Koetshuis worden vele problemen opgelost. De werkplekken van onze archiefmedewerkers en beeldspecialisten zijn al direct overgebracht naar het Koetshuis,” zegt Dannenberg. “De kasteelzaal voor de stadsgeschiedenis moest ook als overlegruimte gebruikt worden, maar de vergadertafels staan nu ook al in het Koetshuis.”

De kelderruimte onder het Koetshuis krijgt een opknapbeurt. Er komt verwarming in en wordt archiefruimte.

Open depot 
“We hebben drie externe depots elders in de stad,” zegt Dannenberg. “Dat kost geld dat zich heel moeilijk terug laat verdienen en de omstandigheden zijn niet optimaal voor kwetsbare papieren zaken. Dat brengen we onder in de kelder én we gaan ook bekijken of de museumbibliotheek er naartoe kan. Streven is om zo veel mogelijk externe depots af te stoten. De twee depots op de kasteelzolder blijven, maar die zijn inmiddels zodanig aangepast dat het open depots zijn waar het publiek een blik in kan werpen. Het zijn nu als het ware grote vitrines met bezienswaardige voorwerpen.”

Receptie
Volgens Dannenberg is het Koetshuis ook de meest logische plek voor de receptiebalie én de museumwinkel.

In de nieuwste Havezate Kroniek publiceert Dick Poortman over de bekende Joodse familie Van Bingen. In het licht van de coronacrisis is een bewerking meegenomen van een artikel over de Spaanse griep in Rijssen van oud-huisarts Jan Slofstra. De Bosjaagr haalt een hilarische herinnering op. De dialectrubriek behandelt de woorden kruusotter en teunteldeuske.