De wereld van schrijver W.G. van de Hulst
In één van zijn beroemdste boeken, ‘In de Soete Suikerbol’ schetst W.G. van de Hulst een paradijselijke plaats, waar je lekker kan eten. De goeiige hoofdpersoon, de dikke bakker, is een gezellig figuur. Er zijn wel problemen met de chagrijnige bakkersvrouw, maar toch komt alles weer goed. Voor de Utrechtse schrijver en onderwijzer Willem Gerrit van de Hulst (1879-1963) moet dit een droomwereld zijn geweest. De wereld waarin hij leefde, was aanzienlijk anders.
Het was woensdagmiddag toen de 15-jarige onderwijzer-in-opleiding onvoorbereid de opdracht kreeg een verhaaltje te vertellen aan drie klassen. ‘Diepe ontsteltenis maakte zich van hem meester; iets zwaars zakte bang door zijn benen heen van de schrik. Vertellen? Voor al, al die kinderen? „Ik? …Ja, maar ik …ik weet niks!” Maar de vinnige juf was onverbiddelijk: „Luiheid van je! Je moeder heeft je toch zeker wel eens een verhaaltje verteld vroeger? Nou, vertel dat dan. Halfvier beginnen we.” (W.G. van de Hulst, Herinneringen van een schoolmeester. Kampen, 1949)
Het werd een groot succes. Willem Gerrit van de Hulst ontdekte al vroeg hoe hij zijn lastig publiek kon boeien: hij kon erg goed verhalen vertellen.